Mijn familie en vrienden weten dat ik een adviseur ben op gebied van automobiliteit en het onderwerp auto is nog altijd een geliefd onderwerp van gesBudget 1prek tijdens verjaardagen. Laatst was ik op de verjaardag van een vriend. Zo kwam ik naast Peter te zitten. ‘Jij hebt verstand van autoleasing, hè?’ vraagt hij zonder enige inleiding. Ik knik en neem nog een hap van mijn tompouce. Dat komt me goed uit, want converseren met een stuk tompouce in je mond gaat erg lastig. Maar Peter is een vasthoudend type. ‘Ik heb namelijk ook een leaseauto,’ verklaart hij zijn vraag. ‘En ik wil er eigenlijk wel vanaf.’ Ik knik nogmaals en duw met mijn wijsvinger het laatste stukje tompouce naar binnen. ‘Het schijnt dat een mobiliteitsbudget veel voordeliger is,’ dramt Peter nog even door. Ik veeg het laatste restje crème van mijn mond en kijk hem onderzoekend aan. ‘Waarom wil je eigenlijk een mobiliteitsbudget?’ vraag ik oprecht verbaasd. ‘Nou, gewoon omdat je er geld aan over kunt houden,’ antwoordt hij. Ik schud mijn hoofd. ‘Je gaat dus met openbaar vervoer reizen?’ vraag ik retorisch, wetende dat Peter niet uit zijn auto is te slaan. HTrein 1ij trekt zijn wenkbrauwen op, mikt een hap pinda’s naar binnen en staart me aan alsof hij nooit eerder zo’n domme opmerking heeft gehoord. ‘Nee, natuurlijk niet,’ antwoordt hij. ‘Het is meer dat ik dan van die bijtelling af ben. Dat scheelt me gewoon teveel geld.’ Ik ken de verhalen en overweeg of het mijn taak is om Peter van zijn goudgerande ideeën af te helpen. Eigenlijk heb ik er weinig zin in, totdat een andere vriend vanaf de andere kant van de salontafel Peter te hulp schiet. ‘Ik ben ook wel benieuwd, Wilko,’ zegt hij. ‘Ze gaan de bijtelling fors verhogen en ik heb nu eenmaal een hekel aan belasting betalen.’ Ik pak een biertje van het blad dat mijn linker buurman doorgeeft en vraag: ‘Geloven jullie nu werkelijk dat autorijden goedkoper wordt als je er een andere verpakking omheen doet?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee, natuurlijk niet, maar het is die bijtelling hè.’ Ik kijk hem strak aan en wendt dan mijn blik naar Peter. ‘Maar jullie realiseren je toch wel dat je bij een mobiliteitsbudget geen privé kilometers vergoed krijgt? Hebben jullie al uitgerekend wat dat netto gaat kosten?’ De vriend staat op. ‘Ik moet even wat bier wegbrengen,’ zegt hij, ‘maar we hebben het er nog wel over.’ Peter zwijgt.

Vorige week werd ik gebeld door een goede klant. ‘Ik wil even met je om tafel, Wilko,’ zegt hij. ‘En als je er geen bezwaar tegen hebt, zal de voorzitter van de ondernemingsraad er ook bij aanwezig zijn.’ Natuurlijk heb ik geen bezwaar, maar vraag hem toch wat de bedoeling is. ‘Ze willen van de leaseauto’s af, Wilko. Het schijnt dat het systeem van mobiliteitsbudgetten veel voordeliger is.’ Ik reageer monter dat het mij een genoegen zal zijn om een en ander uit de doeken te doen, maar na afloop van het gesprek kan ik mijn verbazing toch nauwelijks verhullen. Waar komen die verhalen ineens vandaan?